Psalm 104

Psalm 104

Waak op, mijn ziel, loof d’ Oppermajesteit!
Wat zijt Gij groot, wat spreidt Uw heerlijkheid,
Geduchte God, al luisterrijke stralen.
Zij baart ontzag door al de hemelzalen.
Het blinkend licht bedekt U als een kleed.
De hemel, dien G’ als een gordijn verbreedt,
En uitspant voor Uw Goddelijke woning,
Verbergt voor d’ aard’ Uw prachtigste vertoning.

Ik zal, zolang ik ‘t levenslicht geniet,
Gods mogendheid verheffen in mijn lied.
Ik zal mijn God met lofgezangen eren,
Terwijl ik nog op aarde mag verkeren.
Mijn aandacht zal op Hem gevestigd staan,
En met vermaak Zijn grootheid gadeslaan;
Ik zal mij in den God mijns heils verblijden,
En dag op dag aan Hem mijn psalmen wijden.

Een gedachte over “Psalm 104

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *