De Heere heeft Zijn kerk niet in het onzekere gelaten aangaande de toekomst. We kunnen in de Bijbel lezen dat er aan het einde van de tijd veel afval zal komen van God en Zijn dienst, maar ook dat de gelovigen die trouw blijven veel verdrukking zullen meemaken. De Heere heeft dat in Zijn Woord voorzegd, opdat we niet zullen schrikken als er zware tijden aanbreken. Zo heeft God ons het boek Openbaring gegeven. Niet om precies de dag en het uur van Christus’ wederkomst te berekenen, maar opdat we niet ontmoedigd zullen worden wanneer de afval groot en de tijden boos en donker worden. In dit boek wordtalles beschreven in beelden, en die beelden duiden op veel gebeurtenissen.
Eén ding wil de Heere ons echter leren: dat de boze machten wel groot en sterk zijn, maar dat Christus zal overwinnen en Zijn volk zal redden van het verderf en brengen in de rust van Zijn eeuwig koninkrijk. En die overwinnende Christus wordt ons als volgt getekend: „En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne!”. Johannes ziet dit paard met z’n Berijder wanneer het Lam, dat waardig is bevonden om het boek van Gods raad te openen, het eerste zegel van dat boek verbreekt. Die zegels moeten verbroken worden voordat de inhoud van dat boek gelezen en verwerkelijkt kan worden. Bij de verbreking van de eerste vier zegels komen de paarden op. Eerst het witte paard met zijn Ruiter. Dan het rode paard, waarop de man met het zwaard, waardoor er oorlog op aarde komt Dan het zwarte paard, dat de honger brengt En dan ten slotte het vale paard met als ruiter: de dood.
Wanneer die paarden over de aarde draven -en ze lopen alle drie samen- wordt de mensheid geteisterd door zoveel rampen, dat de vraag opkomt of het mensdom dan vergeeft op aarde is geschapen. Wel, let dan op het witte paard en zijn Ruiter. Hij is de triumferende Christus. En die Ruiter rijdt op het witte paard van het zuivere Evangelie. En deze Ruiter heeft geen zwaard, maar een boog. Het is Hem niet te doen om te doden, maar om te treffen. De pijlen van het Evangelie zijn bestemd om te verwonden. Maar toch zijn deze wonden niet dodelijk, ze dienen om te redden, om te behouden. Wat moeten we onder die boog van Christus verstaan? De kanttekening van de Statenvertaling bij deze tekst spreekt van het beeld van de kracht van de Heilige Geest.
Woord en Geest gaan samen om Gods koninkrijk op aarde te vestigen en uit te breiden. De verkondiging van het Evangelie draagt vrucht als de pijl de harten treft, als de Heilige Geest de harten opent. Van nature wil niemand voor Gods Woord buigen, maar de Geest verbreekt en verbrijzelt de harde harten. Christus rijdt op het witte paard van Gods Woord en waar Hij Zijn pijlen afschiet en harten getroffen worden, daar werkt de boog van de Heilige Geest. We leven in een wereld waarin verschrikkelijke dingen gebeuren. Bovendien is daar de zonde en de duivel die ons voeren naar het eeuwig verderf.
Maar we mogen u verkondigen dat God in Zijn grote liefde Zijn Zoon naar deze verloren wereld heeft gezonden, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Hij Is gekomen voor zondaren die het oordeel over hun leven leren billijken en hun zonden belijden. Voor hen heeft Hij de schuld betaald, de zonde verzoend en de straf gedragen. Wie door de pijlen van de boog van de Ruiter op het witte paard verwond wordt, kan genezing en redding vinden bij het Lam Gods. Want het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden.
Er is nog iets dat ons bijzonder mag vertroosten. Ondanks alle tegenstand van de vorst der duisternis en ondanks alle afval zal het welbehagen des Heeren door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Christus is Overwinnaar. Hij bezit alle macht in hemel en op aarde. Het geloof ziet Hem met eer en heerlijkheid gekroond. Johannes ziet hier de overwinnende Christus op het witte paard met de kroon op het hoofd. Een pijl suist van de boog door de lucht. De Geest des Heeren, gedragen door het Woord, waalt door de wereld. En waar zondaren geraakt worden, liggen trotse harten, verbrijzeld aan de voeten van Christus.
In de wereld zijn reeds veel overwinningen behaald en veel grote rijken gesticht Maar het was altijd: opgaan, blinken en verzinken. Alle kronen in deze wereld verwelken en alle lauweren verdorren. Maar eeuwig bloeit de gloriekroon op ‘t hoofd van Davids grote Zoon. De Ruiter op het witte paard zal het winnen. En wie door Hem overwonnen wordt, zal mèt Hem overwinnaar zijn. De toekomst, de eeuwige, zalige toekomst behoort Hem toe en aan allen die in Hem al hun heil hebben gevonden.
Ds. K. M. van Dijk, Opheusden
Mooi gedaan en geschreven