Psalm 22

6

Wees dan mijn hulp; houd U niet ver van mij;
Mij prangt de nood, benauwdheid is nabij;
‘k Heb buiten U, daar ik zo bitter lij’,
Geen hulp te wachten.
Een stierenheir uit Bazan, sterk van krachten,
En fel verwoed, Omringt m’ aan alle zijden.
Mijn God, hoe zwaar, hoe smartlijk valt dit lijden
Voor mijn gemoed!

11
Verlos mij van den leeuw, die woedt en tiert.
Verhoor mij, Heer’, en red mij van ‘t gediert’,
Dat, sterk van hoorn, rondom mij henen zwiert;
Mij staat naar ‘t leven,
Dan word Uw Naam door mij met roem verheven;
‘k Zal Uwen lof Mijn broederen vertellen.
‘k Heb, in Uw huis bij al mijn metgezellen,
Dan prijzensstof.

16
Zij komen aan, door Goddlijk licht geleid,
Om ‘t nakroost, dat den Heer’ wordt toebereid,
Te melden ‘t heil van Zijn gerechtigheid
En grote daden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *